Natuurlijk is het leuk om mee te doen aan wedstrijden.
Als je net op judo zit kun je het beste met de trainer overleggen welk toernooi bij je past. Je moet namelijk bepaalde technieken beheersen om aan wedstrijden mee te kunnen doen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het goed kunnen vallen, het juist uitvoeren van een techniek of het vasthouden van de tegenstander na een worp (de zogenaamde veiligheidsarm).
Per kwartaal wordt een wedstrijdkalender uitgedeeld. Op deze kalender kun je aangeven aan welke wedstrijden je wil meedoen. Een tot twee weken voor de wedstrijd krijg je een wedstrijdkaartje van de trainer. Dat wedstrijdkaartje neem je, samen met je judopas, mee naar de wedstrijd.
Wedstrijden voor beginnende judoka’s worden opstaptoernooien genoemd. Als je wat vaker aan wedstrijden hebt meegedaan zal de trainer je vanzelf aanraden om aan grotere toernooien mee te doen.
Het opgave formulier moet zo nauwkeurig mogelijk worden ingevuld. Vooral leeftijd en gewicht zijn erg belangrijk. Aan de hand van deze gegevens word je namelijk ingedeeld in een poule met judoka’s die ongeveer net zo oud en zwaar zijn als jezelf.